U bent hier
Ook België steunt EU-richtlijn tegen belastingontwijking

Ook België stemt in met de recent voorgestelde Europese richtlijn tegen belastingontwijkende praktijken (Anti Tax Avoidance Directive, ATAD). “Die nieuwe richtlijn biedt een perfect evenwicht tussen het streven naar eerlijke fiscaliteit en de versterking van de economische groei”, zegt minister van Financiën Johan Van Overtveldt. Hij wijst erop dat België altijd al een voortrekkersrol heeft gespeeld in de strijd tegen belastingontwijking en voor meer fiscale transparantie. “En dat zullen we ook in de toekomst blijven doen.”
Concreet krijgen de lidstaten wat meer tijd - tot 2024, om precies te zijn - om de nieuwe Europese regeling voor het beperken van de interestaftrek in te voeren. Zo kan er ook op dat vlak een maximale afstemming plaatsvinden met de fiscale initiatieven vanuit de OESO. “Wij hebben sterk gepleit voor een goede afstemming op die OESO-afspraken”, aldus Van Overtveldt. “Zo vermijden we dat de EU zich letterlijk uit de markt prijst, met alle gevolgen van dien voor onze groei, investeringen en werkgelegenheid. Op die manier kunnen we belastingontwijking sterker ontmoedigen, zonder economische schade."
De nieuwe richtlijn zal aan de lidstaten ook een aantal opties geven, zoals de vrijstelling tot drie miljoen euro interesten en overgangsregels voor bestaande leningen. "Lidstaten kunnen binnen dat kader dus werken aan een voor hen passende aanpak", stelt Van Overtveldt.
Gelijk speelveld
De nieuwe richtlijn versterkt ook de noodzaak om het Belgische systeem van de vennootschapsbelasting te moderniseren. “Ons huidige systeem met hoge tarieven en vele niches is onhoudbaar”, stelt Van Overtveldt. “Het mist rechtvaardigheid en efficiëntie. Een hervorming zal moeten gebeuren binnen de krijtlijnen van dit Europese besluit.”
In de nieuwe EU-richtlijn wordt ten slotte ook een statement opgenomen dat pleit voor een internationaal gelijk speelveld. “De strijd tegen belastingontwijking kan enkel en alleen succes hebben als alle landen hun schouders eronder zetten. Daarom is het van groot belang dat er een zo groot mogelijke internationale samenwerking wordt gezocht”, besluit Van Overtveldt.