De N-VA zou een sociaal bloedbad aanrichten? Het tegendeel is waar

Enkele weken geleden stelde de N-VA haar sociaaleconomisch verkiezingsprogramma voor. De meest diverse commentaren en reacties vlogen de burger om de oren. Desinformatie haalde daarbij helaas te vaak de bovenhand op informatie. Een van de hardnekkigste en tegelijk foutste beweringen luidt dat de N-VA een sociaal bloedbad zou aanrichten. Het tegendeel is waar. Terwijl onder de regering-Di Rupo de werkloosheid haar hoogste peil sinds vijftien jaar bereikt, het aantal faillissementen het ene record na het andere breekt en de armoede in België te hoog blijft, zet de N-VA voluit in op de zwaksten in de samenleving.

Zo voorzien we tot en met 2019 een verhoging van de pensioenuitgaven met 6,9 miljard euro. Voor de laagste pensioenen komt er onmiddellijk een verhoging met 2 procent bovenop de index. Ook het leefloon wordt verhoogd tot de Europese armoedegrens. Daarnaast levert de daling van de personenbelasting tegen 2019 ruim 1,6 miljard euro aan bijkomende koopkracht op. De werkbonus levert voor de lonen onder 3.000 euro bruto per maand 700 miljoen euro extra koopkracht op in 2015, en tegen 2019 zelfs 800 miljoen euro. Ondanks de indexsprong, die noodzakelijk is om tot meer jobs te komen, zal de koopkracht er voor de laagste lonen vanaf dag één op vooruit gaan. Net zoals alle werkenden er tegen 2019 op zullen vooruitgaan.

De besparingen die wij voorzien in de gezondheidszorg mikken uitsluitend op verhoging van de efficiëntie en bestrijding van verspilling. De dienstverlening voor de echt zorgbehoeftigen mag op geen enkele wijze achteruitgaan, integendeel zelfs.

De N-VA wil inderdaad de duur van de werkloosheidvergoeding beperken. Maar wij zijn er ons terdege van bewust dat het falende federale beleid de regering-Di Rupo - sinds 2011 zijn er netto 11.000 mensen minder aan de slag - de situatie op de arbeidsmarkt alleen maar verslechterd heeft. Daarom veranderen we niets aan de status van de huidige 50-plussers. Net zoals wij het brugpensioen willen laten uitdoven zonder aan de rechten van de huidige bruggepensioneerden te raken.

Daarboven op voorziet het Plan V specifieke maatregelen om de economie en de jobcreatie te stimuleren. Zo verlagen we tegen 2016 de loonkosten met 5 procent en bouwen we ze verder af door het indexmechanisme te hervormen. Maar we pakken ook het grote begrotingstekort aan dat de regering-Di Rupo achterlaat, namelijk 2,7 procent van het bbp of bijna tien miljard euro. Wij willen dat deficit vooral via besparingen wegwerken en niet via belastingverhogingen. De detaillering, zeker wat betreft de cijfers, en de timing die wij in ons Plan V meegeven, maakt het tot een unicum in deze verkiezingstijden. De andere partijen beperken zich tot benaderde ramingen en tot het jaar 2019. We show the money.

Vooruitgang voor iedereen

Met de sociale correcties bevestigt de N-VA haar profiel van een sociaal geëngageerde volkspartij. In tegenstelling tot wat onze tegenstanders maar al te graag en vaak van de daken schreeuwen, is voor de N-VA het economische nooit een prioriteit op zich. Het is een middel tot meer welvaart en welzijn. Tot vooruitgang voor iedereen, ook de zwaksten binnen de samenleving.

Tegelijk willen wij ook eerlijk en duidelijk zijn. Een sterk sociaal beleid met voortdurende aandacht voor de zwaksten vereist een sterke economie. Er kan geen sociale welvaartsstaat in stand gehouden worden op een economisch kerkhof. Enkele moeilijke beslissingen dringen zich om ons economisch weefsel weer de nodige structurele weerbaarheid te geven. Dat is finaal dé uitdaging waar de N-VA wil voor gaan: de economie en het ondernemersinitiatief structureel ondersteunen en tegelijk de zwaksten in de samenleving versterken.